Laat de hond rustig alles verkennen en in zijn eigen tempo wennen. Ga de hond niet de hele tijd roepen of uitnodigen een bepaalde kamer in te lopen. Nodig vooral geen mensen thuis uit, maar laat de hond eerst aan je eigen gezin wennen. Controleer het huis vooraf goed op ontsnappingsmogelijkheden! Let daarbij goed op de deuren van het huis. Werk het liefst met een sluis, dus eerst de ene deur weer dicht voordat de andere deur opengaat. Doe de deuren eventueel op slot zodat de hond deze niet kan openen.

Laat je hond eerst de tuin aangelijnd verkennen.

Honden die verhuizen naar hun nieuwe eigenaar zijn per definitie onzeker. Je kunt het vergelijken met een situatie waarin je zelf ineens zou worden meegenomen naar een vreemd land. Je kent de mensen niet, het ruikt anders, je spreekt de taal niet, er gelden andere regels en gebruiken. En voor een hond met een onaangenaam verleden of honden die nog nooit in huis geleefd hebben is dat allemaal erg angstaanjagend. Alles wat ze kennen is er ineens niet meer en ze zoeken daarom naar houvast en veiligheid. In gezinnen waar al een andere hond aanwezig is, zal de hond zich sneller op zijn gemak voelen en zich optrekken aan de andere hond. Maar de meeste honden hebben na adoptie geen andere soortgenoot als voorbeeld en zijn dus aangewezen op ‘die vreemde mensen’. Hieronder een aantal belangrijke tips waarmee je de hond kunt helpen om zich de eerste periode na de adoptie zo snel mogelijk op zijn gemak te laten voelen:

Regelmaat: Besef dat je hond door de nieuwe situatie een tijdje flink nerveus is en stresshormonen aanmaakt. Het duurt even voordat die weer uit het lichaam zijn verdwenen en teveel stress kan zorgen voor gedragsproblemen. Een hond heeft behoefte aan voorspelbaarheid en vaste gewoonten. Geef je hond op een vaste tijdstip te eten.

Rust: Zorg voor een rustige slaapplek waar niet iedereen langsloopt. Leer kinderen dat ze de hond niet storen als hij/zij daar ligt!

Niet steeds aanraken: Geef de hond niet de hele dag door aandacht en knuffels. Pak de hond niet zomaar vast of til hem niet ineens op van de grond om hem te knuffelen. Veel honden vinden dat in het begin eng, ze zijn het niet gewend, ze kennen je nog niet en het maakt ze onzeker. Laat de hond zelf kiezen of hij naar je toe wilt komen. Maak jezelf klein, ga op je hurken zitten en roep de hond met een vrolijke stem. Geef een aai, beloon met iets lekkers. Leer dit ook aan de kinderen. Als je de hond aait, doe dit dan onder de kin. Dat is voor honden minder bedreigend dan een hand die van bovenaf komt.

Leer lichaamstaal van honden kennen: Verdiep je in de lichaamstaal van honden. Honden geven met hun houding, de stand van de oren en staart aan hoe ze zich voelen. Ze geven (soms heel snel) signalen af die ons vertellen wat er in hem omgaat. Als een hond bijvoorbeeld gespannen is, likt het over de neus of draait zijn hoofd af. Dit zijn belangrijke signalen die je niet mag negeren wanneer je bijvoorbeeld de hond benadert of aait. Kijk een onzekere hond nooit recht in de ogen, maar kijk langs hem heen. Erbij gapen is een geruststellend signaal in hondentaal.

Kinderen niet alleen laten met de hond: laat je jonge kinderen nooit zonder je toezicht alleen met de hond. Jonge kinderen bevinden zich meestal op gezichtshoogte van de hond en kunnen onbedoeld bij de hond een reactie veroorzaken waardoor de hond zich genoodzaakt voelt zich te verdedigen. De signalen die de hond tevoren hierbij afgeeft kunnen jonge kinderen nog niet begrijpen en dit zou mogelijk kunnen resulteren in een bijtincident. Ook al is je hond heel lief en rustig met de kinderen: voorkomen is beter dan genezen, zeker waar het kinderen en honden betreft.

Negeer ongewenst gedrag: Wees een duidelijke consequente en zelfverzekerde baas en maak je hond vanaf het begin duidelijk wat je regels zijn. Wat niet mag, mag niet. Gebruik daarbij vooral beloning en je stem. Een belangrijk leerprincipe is: negeer ongewenst gedrag en beloon gewenst gedrag. Honden leren het snelst met een positieve benadering en dat is meestal iets lekkers of een stembeloning met een aai. Ga vooral niet steeds zeggen dat iets niet mag. Probeer zo min mogelijk strafwoorden te gebruiken (nee, foei etc), alleen als het echt niet anders kan. Als je verkeerd gedrag zoveel mogelijk negeert, leert een hond vanzelf dat hetgeen dat hij doet, niet het gewenste resultaat oplevert.

Betrek alle gezinsleden: Honden vertrouwen snel op de persoon die hen een positief en veilig gevoel geeft. Bij vrouwen gaat dit meestal sneller dan bij mannen en daarom is het belangrijk dat alle volwassen gezinsleden leuke dingen doen met de hond; laat met name ook de eventuele man des huizes de hond eten geven en met hem wandelen.

Een gewassen hond: Verder vragen we ook om je adoptiehond niet te wassen de dag van de aankomst. Liefst minimum één dag wachten, zodat je hond al wat meer vertrouwd is met jou als nieuwe baas en zijn omgeving.

Gebruik behalve een veiligheidstuig ook een halsband. Zodat je de hond steeds dubbel kan aanlijnen. De eerste weken (voor bange honden zelfs langer/altijd) is dit verplicht aangezien je hond nog niet vertrouwd is met de omgeving en plots kan schrikken.

Ga in het begin ook op vaste tijden wandelen. Maak de eerste weken steeds dezelfde korte wandeling en ga pas een stukje verder als de hond vol zelfvertrouwen naast je loopt. Jullie bouwen samen jullie wandelconditie op.

Beperk bezoek van vrienden en familie de eerste weken na een adoptie zoveel mogelijk. Oefen met bezoek: Leer je hond daarna dat bezoek en ‘vreemde’ mensen leuk zijn! Dit is echt belangrijk, omdat honden uit het buitenland meestal geen leuke associatie hebben met onbekende mensen en angstig of onzeker kunnen reageren. Om dit te voorkomen, dien je het bezoek een leuke ervaring te laten zijn. Geef de hond daarom iets lekkers als er vreemden binnen komen. Vraag het bezoek om de hond te negeren en niet aan te kijken! Wanneer het bezoek eenmaal rustig zit en de hond komt snuffelen, kun je het bezoek de hond iets lekkers laten geven, weer zonder hem aan te kijken.

Je hebt een hond met een verleden dat wellicht niet altijd even makkelijk was. Hij heeft daarin geleerd te overleven door bepaald gedrag dat in die situatie nuttig was, maar nu in de nieuwe situatie misschien ongewenst is. Straf je hond daar niet voor, maar leer hem ander gedrag aan door middel van positieve beloning. Ga met je hond naar een hondenschool waar gewerkt wordt vanuit dit principe! Heb je nog geen ervaring met honden? Volg dan sowieso een cursus met je hond! Je zal zien dat dit een leuke tijd wordt voor jou en je hond. Het helpt uiteraard ook om jouw adoptiehond sociaal te houden met andere honden.

Ga zo snel mogelijk (ergens de eerste week na aankomst) langs bij jouw dierenarts:

Registratie: Wettelijk gezien het je na aankomst 14 dagen om je honden officieel te laten registreren. In België kan alleen een dierenarts deze registratieprocedure uitvoeren bij honden die uit het buitenland komen. Je adoptiehond dient dan aangegeven te worden als een ‘nieuw te registreren’ hond. Eens je hond via je dierenarts geregistreerd werd, kan je daarna zelf alle aanpassingen doen via het online platform DOG ID. We raden je ook aan om je gegevens hier openbaar te zetten. In het geval je hond gevonden wordt, zal de chip je gegevens dan weergeven.

Voor onze Nederlandse adoptanten verwijzen we graag door naar volgende website met alle informatie om de registratie in orde te brengen.

Check-up: Aangezien je toch een consultatie zal betalen bij je dierenarts vraag je ineens ook om een algemene check-up van de gezondheid van je adoptiehond te doen. Zo leert je hond ook dat een dierenarts geen negatieve ervaring hoeft te zijn.

Vaccinaties: Vraag advies bij je dierenarts over eventuele bijkomende vaccinaties. Onze honden hebben allemaal hun wettelijk verplichte vaccinaties gekregen, maar soms zijn bijkomende inentingen aangeraden (rattenziekte, kennelhoest, …). Bespreek dadelijk ook met je dierenarts wanneer je vaccinaties moet herhalen.

Ongedierte: We raden aan bij de eerste dierenartsconsultatie om dadelijk ook een ontwormingstablet (inclusief hartworm) te vragen en je te laten aanbevelen wanneer je deze best kan geven. Daarnaast vraag je ook een middel tegen vlooien en teken, indien je adopteert in de periode vanaf de lente tot en met de zomer (periode dat de vlooien en teken actief zijn varieert elke jaar).

Nagels: Laat je dierenarts ook even kijken naar de nagels van je hond. Zo kunnen deze dadelijk geknipt worden indien nodig.

Veel adoptanten nemen wat extra verlof bij de aankomst van hun viervoeter. Dat is uiteraard heel fijn voor je adoptiehond, om zo samen de eerste dagen door te brengen en nieuwe gewoontes aan te leren. Echter adviseren we wel om snel je hond alleen te beginnen laten. Je bouwt dit de eerste dagen rustig op: eerst 5 minuten, dan 10 minuten alleen laten, vervolgens een half uurtje, dan ga je een uur weg, … Zo leert je hond dat je steeds terugkomt en kan je verlatingsangst proberen te voorkomen. Belangrijk om te onthouden, is dat je er geen groot ding van maakt als je het huis gaat verlaten. Ga niet heel uitgebreid afscheid nemen, want dat benadrukt juist dat je gaat en kan verlatingsangst bij je hond in de hand werken. Het kan ook helpen om je hond wat afleiding te geven als je van huis gaat (zoals kauwbot, snuffelmat, kong met snoepjes, …).

Indien je met een bench wil werken, verwijzen we graag door naar volgende site om je verder in te lezen.